Dan verlang ik naar de zaterdagochtend. Naar even lekker rommelen in de moestuin. Want daar, met mijn handen in de klei komt mijn hoofd tot rust. En dat geldt niet alleen voor mij. Ook voor kinderen is de tuin een heerlijke plek. Mijn dochter heeft op zaterdag zelfs als eerste haar laarzen aan, klaar om te gaan. En ook de kinderen van mijn moestuin-vriendinnen gaan iedere week graag mee. Ik vind het een heerlijk gezicht, onze stadse kinderen die loom over het terrein rondbanjeren of juist druk in de weer zijn met kruiwagens, emmers en gieters. Wroeten in de aarde en gewoon lekker vies worden. Halverwege de ochtend gaan ze even bij het pasgeboren kalfje kijken. En als we klaar zijn in de tuin, dan drinken we nog wat aan de picknicktafel en verdelen de buit.
In het voorjaar was er nog niet zoveel te beleven, begin april was de grond nog kaal en de winterjas nog nodig. Maar al snel verscheen er volop leven in de tuin en kregen de kinderen er steeds meer plezier in. Want het bleek ontzettend leuk om met stokken een wigwam voor de bonen te maken. Om zelf je eigen worteltjes uit de grond te trekken. Mais ter plekke van de kolf af te bijten of om aardbeien te plukken en er stiekem één te snoepen, of twee, of drie. En zo helpen ze ons iedere week en willen zelfs volgend jaar een eigen tuintje.
Hoe houden we dat gevoel vast voor de rest van het weekend? Want eenmaal thuis, dan moet snel geluncht, nog nieuwe gymkleren gekocht, want ineens overal uitgegroeid. Is er een kinderverjaardag, moet er nog een band geplakt en o, bijna vergeten, er moet ook nog…
Zucht. Zaterdagmiddag, dan verlangen we alweer naar de tuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten